Heer – English-Nederlands Translations in WikDict

🇳🇱 nl en 🇬🇧

Heer noun /her/
(religie) de christelijke aanduiding voor God	Lord

heer noun /ɦɪːr/
m man m deftig persoon m belangrijk persoon m welgemanierd persoon, gentleman m heerser m bezitter van een heerlijkheid m houder van zekere adellijke titel m aanspreektitel voor mannelijke personen m (kaartspel) een van de vaste kaarten, waarvan de waarde meestal tussen die van vrouw en aas in ligt	gentleman, lord, Mister, Sir, king
o (verouderd) (militair) (onveranderlijk); leger	gentleman, lord, Mister, Sir, army, king
m persoon in wiens dienst men staat, meester, baas	gentleman, master, lord, Mister, Sir, boss

Wiktionary Links