🇬🇧 en nl 🇳🇱
bent noun
/bɛnt/
|
|
---|---|
|
aanleg |
bent adjective
/bɛnt/
|
|
---|---|
|
gebogen |
|
met de zinnen gezet op |
🇳🇱 nl en 🇬🇧
- hoe oud bent u?
- how old are you
- bent je getrouwd?
- are you married
- bent u getrouwd?
- are you married
- wie bent u?
- who are you
- bent u godsdienstig?
- are you religious
- doe alsof je thuis bent
- make yourself at home
- bent u alleenstaand?
- are you single
- bent u allergisch voor medicijnen?
- are you allergic to any medications
- je bent wat je eet
- you are what you eat