🇬🇧 en nl 🇳🇱

building noun

  /ˈbɪl.dɪŋ/
  • (countable) A closed structure with walls and a roof.
 gebouw
  • (uncountable) The act or process by which something is built; construction.
 bouw, bouwen

build verb

  /bɪld/
  • (transitive) To form (something) by combining materials or parts.
 bouwen
  • (transitive) To develop or give form to (something) according to a plan or process.
 opbouwen

build noun

  /bɪld/
  • (countable, uncountable) The physique of a human or animal body, or other object; constitution or structure.
 bouw
building block
bouwsteen
apartment building
flatgebouw
building material
bouwmateriaal
main building
hoofdgebouw
building site
aanraken, lokaal, werf
building permit
bouwvergunning
building worker
bouwvakker
office building
kantoorgebouw
church-building
bedehuis

🇳🇱 nl en 🇬🇧

building waarbij iedere flat individuele eigendom is maar de gronden gemeenschappelijk
condominium
Wiktionary Links