🇬🇧 en nl 🇳🇱
device noun
/dəˈvaɪs/
,
/dɪˈvaɪs/
|
|
---|---|
|
apparaat, toestel |
- intrauterine device
- spiraal, spiraaltje
- device driver
- stuurprogramma
- belay device
- zekerapparaat, zekeringsapparaat, zekeringstoestel, zekertoestel
- residual-current device
- ALS, aardlekschakelaar, differentieelschakelaar, aardwachter, verliesstroomschakelaar
- traffic control device
- verkeersteken
- advance warning device
- vooraankondiging
- anthropomorphic test device
- testpop
- fastening device
- sluitwerk
- monolithic device
- monolithisch