duif
noun
/dœʏ̯f/
,
/dœːf/
|
- (duifachtigen) benaming voor vogels uit de familie Columbidae die een koerend geluid maken
|
pigeon,
dove
|
Duif
properNoun
|
- (astronomie) sterrenbeeld zuidelijk van de dierenriem (tussen rechte klimming 5u03m en 6u28m en tussen declinatie −43° en −27°)
|
Columba
|