🇬🇧 en nl 🇳🇱

hazard noun

  /ˈhaz.əd/ , /ˈhæ.zɚd/
  • The chance of suffering harm; danger, peril, risk of loss. [from 16th c.]
 gevaar, toeval

hazardous

gewaagd

hazardous adjective

  /-dəs/ , /ˈhæ.zɚ.dɪs/
  • Risky; dangerous; with the nature of a hazard.
  • Of or involving chance.
 gevaarlijk
hazard light
waarschuwingslichten
moral hazard
moreel risico, moreel wangedrag
hazard level
risiconiveau
Wiktionary Links