🇬🇧 en nl 🇳🇱

keep verb

  /kiːp/ , [k(ʰ)i(ː)p] , [kiːp] , [kʰɪjp] , [k̟çi(ː)p]
  • (ditransitive) To maintain the condition of; to preserve in a certain state.
houden
  • (transitive) To observe; to adhere to; to fulfill; to not swerve from or violate.
houden, behouden

keep noun

  /kiːp/ , [k(ʰ)i(ː)p] , [kiːp] , [kʰɪjp] , [k̟çi(ː)p]
  • (historical) The main tower of a castle or fortress, located within the castle walls.
donjon, bergvrede, slottoren

🇳🇱 nl en 🇬🇧

keep noun

  /keːp/
  • (zangvogels) Fringilla montifringilla een trekkende zangvogel uit de familie van vinkachtigen (Fringillidae ) met een wat nasale raspende lokroep, een witte stuit en een donkergrijze kop, waarvan het mannetje de oranjekleurige schoudervlek en borst heeft, en die broedt in Scandinavië en Noord-Rusland
brambling
  • inkeping, insnijding, kerf met betrekkelijk wijde opening
brambling, notch
Wiktionary Links