leven
verb
/'levən/
|
- het doormaken van het leven, het doormaken van de periode tussen geboorte en dood
|
live,
alive
|
leven
noun
/'levən/
|
- een voortbestaan van organismen, gericht op groei en/of vermenigvuldiging
- de tijdsspanne die men levend doorbrengt
|
life
|