pat
noun
|
- (fietsen) een van beide houders die het wiel in de vork houden, deel van het frame of zelfstandig te bevestigen onderdeel
|
fork end
|
- (kleding) (militair) gekleurd strookje stof op een uniform als achtergrond van een onderscheidingsteken, in het bijzonder een bies op de kraag
|
patch
|
- (kleding) reep stof met een knoopsgat aan het uiteinde en met het andere uiteinde bevestigd aan het kledingstuk
|
tab
|
pat
noun
|
- (schaak) stand op het bord waarbij sprake is van remise doordat een speler geen zet meer kan doen zonder dat zijn koning daardoor schaak komt te staan
|
stalemate
|
pat
adjective
|
- (schaak) alleen predicatief in een toestand waarin een speler geen enkele zet meer kan doen zonder dat zijn koning daardoor schaak komt te staan
|
stalemate
|