🇳🇱 nl en 🇬🇧

plukken verb

  /'plɵkə(n)/
  • overgankelijk ontdoen van de veren
pluck, deplume
  • overgankelijk (bloemen) afbreken of oogsten; vruchten oogsten
  • overgankelijk, (sport) een door de lucht vliegende bal grijpen
pick, pluck
  • overgankelijk iemand geld afzetten
plunder
Wiktionary Links