🇬🇧 en nl 🇳🇱

sprawl verb

  /spɹoːl/ , /spɹɑl/ , /spɹɔl/ , /spɹɔːl/
  • To sit with the limbs spread out.
armen en benen uitspreiden
  • To spread out in a disorderly fashion; to straggle.
verspreiden, zich uitstrekken
Wiktionary Links