🇳🇱 nl en 🇬🇧

tang noun

  /tɑŋ/
  • (gereedschap) een uit twee delen opgebouwd gereedschap waarvan de beide delen op een punt aan elkaar vastzitten en die gedraaid kunnen worden om dingen vast te houden of te knippen
tongs, pliers
  • (scheldwoord) v kwaadaardige, veelal wat oudere vrouw; ook wel gebruikt voor een oude vrouw in het algemeen
shrew, vixen, xanthippe

🇬🇧 en nl 🇳🇱

tang noun

  /teɪŋ/ , /tʰæŋ/
  • The part of a knife, fork, file, or other small instrument, which is inserted into the handle.
angel
Wiktionary Links