🇬🇧 en nl 🇳🇱

thing noun

  /tɪn/ , /tɪŋ/ , /θɪŋ/
  • That which is considered to exist as a separate entity, object, quality or concept.
  • (slang) A penis.
 ding
  • (informal, with the) The central point; the crux.
 punt

Thing noun

  /θɪŋ/
  • (chiefly, historical) A public assembly or judicial council in a Germanic country.
 ding

things

dingen
good things come to those who wait
geduld is een schone zaak
Internet of Things
internet der dingen
the more things change, the more they stay the same
hoe meer alles verandert, hoe meer het hetzelfde blijft
never do things by halves
zachte heelmeesters maken stinkende wonden
things are not as bad as they look
de soep wordt nooit zo heet gegeten als zij wordt opgediend
bad things come in threes
driemaal is scheepsrecht
good things come in threes
driemaal is scheepsrecht
Wiktionary Links