🇳🇱 nl en 🇬🇧

tuig noun

  /tœy̯x/
  • (techniek) machine of gebruiksklare constructie, die is ingericht om een activiteit of bezigheid te verrichten of eenvoudiger te maken: rijden, spelen, varen enz.
equipment, rig, thing
  • harnas, verzameling riemen waarmee een persoon of dier in bedwang gehouden kan worden
harness, rig, thing
  • (scheepvaart) de verzamelnaam voor alle zeilen, staand (vast) en lopend (beweegbaar) want, het touwwerk en de rondhouten die nodig zijn om een schip voort te bewegen en om een schip te laten ankeren
riffraff, rig, rigging, thing, trash
  • ding, voorwerp
rig, rigging, thing
  • geen meervoud, (scheldwoord) geboefte, geteisem, lieden van laag allooi, slecht volk
  • vistuig
rig, thing
Wiktionary Links