🇳🇱 nl en 🇬🇧

winnen verb

  /ˈwɪnə(n)/ , /ˈʋɪnə(n)/ , /ˈβ̞ɪnə(n)/
  • overgankelijk als beste partij uit een wedstrijd komen
  • overgankelijk iets verkrijgen voor een goede prestatie
  • overgankelijk iemand ~ voor: iemand bereid vinden zich ergens voor in te zetten
win
  • overgankelijk een grondstof uit de natuur halen
extract
Wiktionary Links