🇳🇱 nl en 🇬🇧

zat adjective

  /zɑt/ , /ˈzatərˌdɑx/
  • (informeel), (drinken) verzadigd, vol, met name van alcoholische drank
drunk, loaded
  • (informeel) als predicaat met oorzakelijk voorwerp: ergens genoeg van hebbend
fed up, tired

zat indefinitePronoun

  /zɑt/ , /ˈzatərˌdɑx/
  • (informeel) in voldoende mate
plenty
Wiktionary Links
  • English: zat
  • Nederlands: zat