🇳🇱 nl en 🇬🇧

zuigen verb

  /ˈzœy̯.ɣə(n)/
  • een verlaagde druk aanleggen met de mond of met een apparaat
suck
  • (van jonge kinderen en dieren) de moedermelk uit de tepels in zich opnemen
suckle, nurse
  • (informeel) doorgaand treiteren, telkens opnieuw beginnen over iets met de bedoeling iemand anders kwaad te maken
nag, pester
Wiktionary Links