🇳🇱 nl es 🇪🇸

op preposition

  • aan de bovenkant aanrakend, rustend op, zich bevindend te
sobre
  • in de buurt van: dicht op elkaar
  • gelijktijdig met: op dat moment
  • op enig moment gedurende: op een dag
  • dragend als schoeisel: op blote voeten, op voetbalschoenen
  • met gebruik van
  • per (als bepaling van verhouding): 15 op de 100, de auto rijdt 1 op 10. mijl op zeven
  • met een specifieke waarde
  • in een toestand met
  • aanwezig op een bepaalde plaats
  • (Belgisch-Nederlands) bij (tussen twee getalswaarden die lengte en breedte aangeven)
acabado

🇳🇱 nl es 🇪🇸

wacht noun

  /ʋɑxt/
  • m iemand die tot taak heeft iets te bewaken
guardia
  • v/m een tijd waarin men de taak heeft iets te bewaken
  • v/m een plaats waar men waakt
  • v/m een groep die tot taak heeft iets te bewaken
centinela
Wiktionary Links