🇳🇱 nl fi 🇫🇮
het personalPronoun
/(ɦ)ət/
,
/hɛt/
|
|
---|---|
|
se |
- op het matje roepen
- koota
- naamwoordelijk deel van het gezegde
- attribuutti
- in het land der blinden is eenoog koning
- sokeiden maassa yksisilmäinen on kuningas
- wie het laatst lacht, lacht het best
- joka viimeksi nauraa, se parhaiten nauraa
- het kind met het badwater weggooien
- heittää lapsi pesuveden mukana
- Joost mag het weten
- Luoja tietää
- het kan me niets schelen
- minua ei kiinnosta
- het Ladogameer
- Laatokka
- in het algemeen
- ylipäänsä