🇳🇱 nl fr 🇫🇷

afsluiten verb

  /'ɑf.slʌʏ.tə(n)/
  • overgankelijk een einde maken aan
finir
  • overgankelijk een officiële afspraak op papier maken, officieel regelen
conclure
  • overgankelijk zorgen dat iets niet meer werkt, alle verbindingen verbreken
déconnecter
  • overgankelijk zorgen dat iets of iemand niet in, uit of door iets kan gaan, alle openingen dicht doen
fermer

afsluiten

contracter
Wiktionary Links