boezem
noun
|
- (anatomie) bovendeel van het voorlijf
- (anatomie) de twee bovenste afdelingen van het hart
- (waterbeheer) waterloop die als verzamelbekken van het te spuien water van een polder dient
- (figuurlijk) het meest eigen deel van iets of iemand (n.l. in het hart)
|
sein
|