🇫🇷 fr nl 🇳🇱
dormir verb
/dɔʁ.miʁ/
|
|
|---|---|
|
slapen, maffen, pitten |
- dormir à poings fermés
- ronken
- dormir debout
- ontslapen
- dormir comme un bébé
- slapen als een roos, slapen als een os
- dormir comme un bienheureux
- slapen als een os, slapen als een roos
- dormir à la belle étoile
- onder de blauwe hemel slapen, onder de blote hemel slapen
- dormir tard
- uitslapen
- à dormir debout
- sterk verhaal
Wiktionary Links
- français: dormir