🇳🇱 nl fr 🇫🇷
een adjective |
|
---|---|
un, une |
één cardinalNumeral
/eːn/
|
|
---|---|
|
un, une |
één noun
/eːn/
|
|
---|---|
|
un |
- een kat in de zak kopen
- acheter chat en poche
- duiveltje-uit-een-doosje
- diable en boîte
- aan een touwtje hebben
- mener par le bout du nez
- voor een appel en een ei
- bouchée de pain
- een-tweetje
- une-deux
- in een handomdraai
- en deux coups de cuillère à pot, en un tournemain
- een of ander
- quelconque
- een of andere
- quelconque
- een-na-laatst
- avant-dernier