🇳🇱 nl fr 🇫🇷
krijgen verb
/ˈkrɛɪ.ɣə(n)/
|
|
---|---|
|
recevoir |
- een koekje van eigen deeg krijgen
- arroseur arrosé
- een stijve krijgen
- bander
- in de smiezen krijgen
- s’apercevoir
- in het oog krijgen
- s’apercevoir
- een miskraam krijgen
- avorter
- een appelflauwte krijgen
- tomber dans les pommes
- pukkeltjes krijgen
- bourgeonner
- lucht krijgen
- avoir vent
- het door krijgen
- avoir la puce à l’oreille
Wiktionary Links
- Nederlands: krijgen