🇫🇷 fr nl 🇳🇱
large adjective
/laʁʒ/
|
|
---|---|
wijd, breed, omvangrijk, ruim, abundant, breedvoerig |
- en long et en large
- in het lang en het breed, uitgebreid
- phalarope à bec large
- rosse franjepoot
- large white
- groot koolwitje
- voie large
- breedspoor
- prendre le large
- het ruime sop kiezen, uitvaren
- ancre du large
- Anker uitter zee
- ratisser large
- niet kieskeurig zijn
- en mener large
- de teugels vieren
- large d'épaules
- breedgebouwd