oud – français-Nederlands Translations in WikDict

🇳🇱 nl fr 🇫🇷

oud adjective /aʊ̯d/ , /ɔʊ̯t/ , /ʌʊ̯t/
(van levende wezens) van hoge leeftijd (van voorwerpen) al lange tijd bestaand, uit een vroeger tijd afkomstig, versleten	vieux, vieil
vorig, eerder, voormalig	vieux, vieil, ancien, ex-

oud- prefix
	ancien

oud worden: vieillir
lood om oud ijzer: bonnet blanc, blanc bonnet
Oud-Grieks: grec ancien
oud wijf: femmelette
oud-katholiek: vieux-catholique
Oud- en Nieuw-Gastel: Oud- en Nieuw-Gastel
Oud- en Nieuw-Mathenesse: Oud- en Nieuw-Mathenesse
Oud-Alblas: Oud-Alblas
Oud-Beijerland: Oud-Beijerland

🇫🇷 fr nl 🇳🇱

oud noun {m} /ud/
	oed

Oud- en Nieuw-Gastel: Oud- en Nieuw-Gastel
Oud- en Nieuw-Mathenesse: Oud- en Nieuw-Mathenesse
Oud-Alblas: Oud-Alblas
Oud-Beijerland: Oud-Beijerland
Oud-Heverlee: Oud-Heverlee
Oud-Turnhout: Oud-Turnhout
Oud-Valkenburg: Oud-Valkenburg
Oud-Vroenhoven: Oud-Vroenhoven

Wiktionary Links

français: oud
Nederlands: oud, Oud