🇫🇷 fr nl 🇳🇱

partir verb

  /paʁ.tiʁ/
vertrekken, weggaan, afgaan, wegrijden, aan de gang brengen, afrijden

part noun {f}

  /paʁ/
  • Portion de quelque chose qui se divise entre plusieurs personnes
  • Partie d'un ensemble
 deel
à part
uitzonderlijk, apart, behalve, uitgezonderd
part du lion
leeuwendeel
d’autre part
anderzijds, langs de andere kant
faire part
meedelen
faire la part belle
bevoordelen
à part entière
volwaardig
prendre part
deelnemen
part de marché
marktaandeel
faire-part
aandeel

🇳🇱 nl fr 🇫🇷

part noun

partage
Wiktionary Links