stemming
noun
/'stɛmɪŋ/
|
- een mentale of emotionele toestand
- (financieel) de heersende mening over de toestand van de markt
|
humeur
|
- (muziek) de hoogte van de standaardtoon en de onderlinge toonhoogteverhoudingen van een muziekinstrument of toonladder
|
accordage
|