🇳🇱 nl fr 🇫🇷

sturen verb

  /'styːrə(n)/
  • overgankelijk [een persoon] ergens heen doen gaan
envoyer, renvoyer
  • inergatief het stuur van een auto bedienen
conduire
  • overgankelijk zorgen dat [een toestel] de gewenste taken uitvoert
commander, piloter
  • overgankelijk de richting bepalen waarin [een voertuig] zich voortbeweegt
diriger
Wiktionary Links