🇫🇷 fr nl 🇳🇱
vendre verb
/vɑ̃dʁ(ə)/
|
|
---|---|
|
verkopen |
vervreemden, wegdoen, overdoen, tappen, verhandelen |
- il ne faut pas vendre la peau de l’ours avant de l’avoir tué
- men moet de huid niet verkopen voordat de beer geschoten is
- se vendre comme des petits pains
- verkopen als zoete broodjes, als warme broodjes over de toonbank gaan
- à vendre
- te koop
- il ne faut pas vendre la peau de l'ours avant de l'avoir tué.
- de huid niet verkopen voor de beer geschoten is
Wiktionary Links
- français: vendre