🇩🇪 de nl 🇳🇱
Brot noun {n}
Brot, Brote
/bʁoːt/
|
|
---|---|
|
brood |
- dumm wie Brot
- zo dom als het achtereind van een koe, zo dom als het achtereind van een varken
- wes Brot ich ess, des Lied ich sing
- wiens brood men eet, diens woord men spreekt
- jemandem nicht die Butter auf dem Brot gönnen
- iemand het licht in de ogen niet gunnen
- jemandem nicht den Bissen Brot gönnen
- iemand het licht in de ogen niet gunnen
- sich verkaufen wie geschnitten Brot
- als warme broodjes over de toonbank gaan
- bei Wasser und Brot sitzen
- op water en brood zitten
- jemandem die Butter vom Brot nehmen
- iemand de kaas van het brood eten
- belegtes Brot
- boterham
- sich nicht die Butter vom Brot nehmen lassen
- haar op zijn tanden hebben
Wiktionary Links
- Deutsch: Brot