🇳🇱 nl de 🇩🇪

afsluiten verb

  /'ɑf.slʌʏ.tə(n)/
  • overgankelijk een einde maken aan
abschließen, beenden
  • overgankelijk zorgen dat iets niet meer werkt, alle verbindingen verbreken
abdrehen, sperren
  • overgankelijk een officiële afspraak op papier maken, officieel regelen
abschließen
  • overgankelijk zorgen dat iets of iemand niet in, uit of door iets kan gaan, alle openingen dicht doen
verschließen
Wiktionary Links