🇩🇪 de nl 🇳🇱

lachen verb

lache, lachte, habe gelacht   /ˈlaxn̩/
  • wegen Belustigung den Mund öffnen und Laute ausstoßen
lachen, dubbel liggen

🇳🇱 nl de 🇩🇪

lach noun

  /lɑx/ , /lɑχ/
  • een vrolijkheidsuiting door middel van het optrekken van de mondhoeken en vaak het voortbrengen van een geluid
Lachen
Wiktionary Links