🇬🇧 en nl 🇳🇱

pet verb

  /pɛt/ , [pʰɛt] , [pʰɛʔt]
  • (transitive) To stroke or fondle (an animal).
 aaien
  • (transitive, intransitive, informal) To stroke or fondle (another person) amorously.
 aaien, strelen

pet noun

  /pɛt/ , [pʰɛt] , [pʰɛʔt]
  • An animal kept as a companion.
 huisdier, troeteldier
  • One who is excessively loyal to a superior and receives preferential treatment.
 lievelingetje

PET

PET

petting

vrijerij

petting noun

  /ˈpɛtɪŋ/ , [ˈpʰɛɾɪŋ]
  • (sex) The act of kissing, stroking, etc., a person in a sexual manner.
 limonade
pet name
koosnaam
pet shop
dierenspeciaalzaak, dierenwinkel
teacher’s pet
uitslover
pet lover
dierenvriend
pet peeve
idiosyncrasie
teacher's pet
coccen

🇳🇱 nl en 🇬🇧

pet noun

  • (hoofddeksel) tamelijk plat hoofddeksel met een klep
 cap

PET noun

  • (afkorting), (letterwoord), (techniek), (medisch) de afkorting voor positronemissietomografie, een beeldvormende techniek m.b.v. radioactive isotopen
 PET
Jan met de pet
Joe Average
Wiktionary Links