🇳🇱 nl en 🇬🇧

afspelen verb

  • overgankelijk tot het einde toe spelen
play, finish
  • overgankelijk opgenomen geluids- of beeldmateriaal opnieuw laten horen of zien
play
  • wederkerend zich ~: gebeuren, plaatsvinden
play, happen, take place
  • overgankelijk iets door veelvuldig bespelen bederven en onbruikbaar maken
play, wear out
Wiktionary Links