🇳🇱 nl en 🇬🇧

bellen verb

  /ˈbɛlən/
  • inergatief de deurbel over laten gaan, schellen, aanbellen
ring
  • door middel van een bel een signaal geven
ring, ring for
  • overgankelijk iemand opbellen, telefoneren naar of met iemand
call, ring up
  • door middel van een bel roepen
ring for
Wiktionary Links