🇬🇧 en nl 🇳🇱

grow verb

  /ɡɹoʊ/ , /ɡɹəʊ/ , [ˈɡ̊ɹʷəʊ̯] , [ˈɡ̊ɻʷoʊ̯]
  • (transitive) To cause or allow something to become bigger, especially to cultivate plants.
groeien, wassen, doen groeien, kweken, telen
  • (intransitive) To appear or sprout.
groeien, ontspruiten, spruiten

growing

uitdijing

growing noun

  /ˈɡɹoʊɪŋ/ , /ˈɡɹəʊɪŋ/
  • growth; increase
groei
Wiktionary Links