wassen
verb
/'ʋɑsə(n)/
|
- overgankelijk iets met water of een andere vloeistof zuiveren
- wederkerend zich ~; zichzelf met water schoonmaken
|
wash
|
- ergatief (aan)groeien, stijgen, voornamelijk i.v.m. de maan of een waterloop
|
grow,
wax
|
- overgankelijk van een laag (bijen)was voorzien
|
wax
|