🇬🇧 en nl 🇳🇱
lost adjective
/laːsʈ/
,
/lɑst/
,
/lɒst/
,
/lɔst/
,
/lɔsʈ/
,
/lɔːst/
|
|
---|---|
|
kwijt |
verdwaald, verloren |
lostness noun |
|
---|---|
|
nederlaag |
- get lost
- flikker op
- lost sheep
- verloren
- I'm lost
- ik ben de weg kwijt, ik ben verdwaald
- I lost my wallet
- ik heb mijn portemonnee verloren
- I lost my keys
- ik heb mijn sleutels verloren
- lost and found
- gevonden voorwerpen
- I lost my glasses
- ik heb mijn bril verloren
- I lost my backpack
- ik ben mijn rugzak verloren
- lost cause
- kansloze zaak, verloren zaak