🇳🇱 nl en 🇬🇧
maken verb
/ˈmaːkən/
|
|
---|---|
|
make, do |
do, make |
- van kant maken
- top
- koud maken
- waste
- van een mug een olifant maken
- make a mountain out of a molehill
- zachte heelmeesters maken stinkende wonden
- desperate cuts must have desperate cures, never do things by halves
- een sprong in het duister maken
- to leap in the dark
- kapot maken
- destroy
- het hof maken
- court
- zorgen maken
- worry
- haar opwachting maken
- appear