nieuw
adjective
/niβ̞/
,
/nyʊ̯/
|
- recentelijk gemaakt; nog niet eerder aanwezig
- recentelijk ontdekt
- huidige
- onderscheidt nieuwere namen van oudere
|
new,
novel
|
- in originele staat, nog niet eerder gebruikt
- recentelijk aangekomen of opgedoken
|
new,
fresh
|
|
|
new
|