overgaan
verb
|
- ergatief van de ene toestand in de andere veranderen
|
change,
turn into
|
- ergatief van eigenaar veranderen
|
pass,
transfer
|
|
move across,
move over
|
- ergatief minder worden en uiteindelijk weggaan
|
pass
|
- ergatief een belsignaal laten klinken
|
ring
|