🇳🇱 nl en 🇬🇧

rug noun

  /rɵx/
  • (anatomie) zijde van de romp tegenover de buik en borst gelegen; bij mensen aan de achterzijde en bij andere dieren aan de bovenzijde gelegen
back, ridge
  • (geologie) hoger liggend, lang gerekte landsvorm (ook onder water)
mountain ridge

🇬🇧 en nl 🇳🇱

rug noun

  /ɹʌɡ/
  • A partial covering for a floor. [1624]
tapijt

rugged adjective

  /ˈɹʌɡɪd/
  • (of health, physique etc.) Vigorous; robust; hardy
potig
  • (of behaviour) Violent; rude; boisterous
grof
  • Rough with bristly hair; shaggy.
ruig
  • Broken into sharp or irregular points; uneven; not smooth; rough.
ruig, ruw
  • Not neat or regular; irregular, uneven.
ruw
Wiktionary Links