🇳🇱 nl en 🇬🇧

voor preposition

  /vor/
  • eerder in tijd
 before, in front of
  • ten behoeve van, ten gunste van
 for
  • dichterbij dan (gezien vanaf de spreker of anderszins)
 in front of

voor noun

  /vor/
  • (landbouw) lange, smalle en ondiepe insnijding in een akker, gewoonlijk door een ploeg aangebracht
 furrow

vóór

before

voor-

fore
voor zover
so far
voor een appel en een ei
peanuts, pittance, trifle
dames gaan voor
ladies first
wat voor
what
voor- en nadelen
con
vallen voor
fall for
tellen voor
account for
staan voor
stand for
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
European Court of Human Rights

🇬🇧 en nl 🇳🇱

Rustkamer voor telefonisten - Resting place for telephone operators (4750932635).jpg
rustkamer
Wiktionary Links