🇳🇱 nl en 🇬🇧

voor preposition

  /vor/
  • eerder in tijd
before, in front of
  • ten behoeve van, ten gunste van
for
  • dichterbij dan (gezien vanaf de spreker of anderszins)
in front of

voor noun

  /vor/
  • (landbouw) lange, smalle en ondiepe insnijding in een akker, gewoonlijk door een ploeg aangebracht
furrow

vóór

before

voor-

fore

🇳🇱 nl en 🇬🇧

zeil noun

  • (scheepvaart) doek dat in een mast gehesen is om wind te vangen en die het schip voortbeweegt
sail, canvas
  • vloerbedekking met een onderlaag van weefsel (jute) en een harde kunststof bovenlaag (zoals linoleum)
linoleum
  • doek voor diverse doeleinden (afdekken)
canvas, sailcloth, tarpaulin
  • (scheepvaart) het geheel van alle zeilen van een schip
sail