🇳🇱 nl en 🇬🇧

zij personalPronoun

  /sɛɪ̯/ , /zɛɪ̯/ , /zɛː/
  • 3e persoon meervoud, nominatief
they
  • 3e persoon enkelvoud vrouwelijk, nominatief
she

zij noun

  /sɛɪ̯/ , /zɛɪ̯/ , /zɛː/
  • (anatomie) een van beide kanten van een lichaam.
side
  • (materiaalkunde) zachte, gladde stof gemaakt van cocons van de zijderups
silk
Wiktionary Links
  • English: zij
  • Nederlands: zij