🇬🇧 en nl 🇳🇱
they pronoun
/ðeɪ/
|
|
---|---|
|
zij, ze |
|
ze |
|
die, hen |
- don't count your chickens before they're hatched
- de huid niet verkopen voor de beer geschoten is
- the bigger they are, the harder they fall
- hoge bomen vangen veel wind
- the more things change, the more they stay the same
- hoe meer alles verandert, hoe meer het hetzelfde blijft
- an ape's an ape, a varlet's a varlet, tho' they be clad in silk or scarlet
- al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding
- don't count your chickens before they're hatched.
- de huid niet verkopen voor de beer geschoten is
- things are not as bad as they look
- de soep wordt nooit zo heet gegeten als zij wordt opgediend