🇳🇱 nl fr 🇫🇷

pas noun

  • (in België) (sport) schot naar een medespeler
passe
  • doorgang tussen bergtoppen, waar men over de bergkam heen kan.
col
  • het plaatsen van de ene voet voor de andere bij het gaan.
  • manier van lopen.
pas
  • door een overheid verkregen identiteitsbewijs.
passeport

pas adverb

  • even tevoren.
venir de
  • niet eerder dan.
ne que
  • nog niet lang.
récemment
Wiktionary Links