🇩🇪 de nl 🇳🇱
Hals noun {m}
Hals, Hälse
/hals/
|
|
---|---|
|
nek, hals |
halsen verb
halse, halste, habe gehalst
/ˈhalzn̩/
|
|
---|---|
|
gijpen |
- Hals über Kopf
- halsoverkop
- Hals-Nasen-Ohren-Arzt
- KNO-arts
- jemandem den Hals abdrehen
- iemand de nek omdraaien
- einen Frosch im Hals haben
- een kikker in de keel hebben
- jemandem steht das Wasser bis zum Hals
- iemand staat het water tot aan de lippen
- etwas hängt einem zum Hals raus
- dat hangt iemand de keel uit
- etwas in den falschen Hals bekommen
- iets schiet in het verkeerde keelgat
- Hals- und Beinbruch
- ... ze!
🇳🇱 nl de 🇩🇪
hals noun |
|
---|---|
Hals |