🇳🇱 nl de 🇩🇪
halen verb
/ˈɦalə(n)/
|
|
---|---|
|
holen, bekommen, erreichen |
- iemand het vel over de neus halen
- übers Ohr hauen
- de kastanjes voor iemand uit het vuur halen
- für jemanden die Kastanien aus dem Feuer holen
- iemand de huid over de oren halen
- jemanden ausnehmen wie eine Weihnachtsgans
- de krenten uit de pap halen
- sich die Rosinen herauspicken
- iemand het vel over de oren halen
- jemandem das Fell über die Ohren ziehen
- iets in zijn hoofd halen
- etwas im Kopf haben
- iets uit de trukendoos halen
- in die Trickkiste greifen
Wiktionary Links
- Nederlands: halen